Deze week is het weer zo ver, het aftellen naar de 24 uur van Le Mans gaat beginnen. Deze week is het nog maar 100 dagen tot de race. En in mijn geval is het aftellen niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk. Sinds een paar jaar tel ik op Instagram aan de hand van foto’s uit mijn Le Mans archief af naar de start van de race. Aan het startnummer van de auto kun je zien hoeveel dagen het nog duurt. Ik heb ze van 99 t/m 0 allemaal compleet. In 2020 begon ik ook zo met tellen, we weten allemaal hoe dat liep. Laten we daar eens op terug kijken, de eerste keer sinds 2007 dat ik in Juni thuis was en ook de eerste keer dat mijn kinderen thuis de verjaardag van hun vader mee zouden maken.

Februari 2020. Alles is nog normaal in Nederland. Er heerst in China één of ander virus, maar heel eerlijk gezegd is dat een ver van ons bed show. Het wordt allemaal al wat spannender als het virus ook in Europa opduikt, in de skigebieden in de Alpen bijvoorbeeld. Strenge maatregelen worden er genomen. Le Mans is pas in juni, dat duurt nog wel even dus daar maak ik mij nog geen zorgen over. Ik begin in maart dan ook gewoon met het aftellen. Met de #99 Beechdean Aston Martin, gevolg door een serie fabrieks Astons en Porsches en 87 dagen voor de race de Drayson Aston Martin. Die dag wordt duidelijk dat een 24h Le Mans in Juni onhaalbaar is en de race verplaatst wordt. Voor de 5e keer in de bijna 100 jarige historie begint de race niet in Juni, het zal na 1968 de 2e keer zijn dat de race in september wordt verreden. Snel pas ik alle plannen aan en zorg ik er voor dat ik er ook dan bij kan zijn. Ik heb in mijn hoofd al mooie herfstige plaatjes met opwaaiende bladeren in beeld en heb al helemaal uitgezocht hoe laat en waar ik in September moet zijn voor mijn favoriete moment van de dag: de zonsopkomst. De ambitieuze fotograaf in mij kan niet wachten. Laat staan de fan met nerd-achtige trekjes die ik sinds mijn eerste Le Mans bezoek in 2008 ben. Mensen online en om mij heen zien het somber in. Ik blijf, wellicht naïef en tegen beter weten in, positief. Zo lang er geen aankondiging is dat de race afgelast is of dat er geen publiek welkom is, blijf ik er van uit gaan dat ik er gewoon bij ben.

Dus begint in juni 2020 mijn 2e poging met aftellen. De eerste 2 weken is een herhaling van maart. Daarna komen gelukkig nieuwe auto’s aan de beurt. Langzaam aan komen er in de zomer wat berichten naar buiten dat Le Mans gewoon door zal gaan, waarschijnlijk in aangepaste vorm zelfs gewoon met publiek. De kaartverkoop gaat dicht, iedereen die al een ticket heeft is welkom. Even twijfel ik. Een village van een paar honderd meter lengte waar ik een hele week binnen moet blijven is eigenlijk niet zoals ik een 24h race wil beleven. Ik ben fotograaf en wil gewoon vrij rond kunnen lopen, op zoek naar mooi licht voor het perfecte plaatje. Al snel besluit ik dat dit een unieke editie gaat worden en ik er nooit vrijwillig voor ga kiezen om een editie te missen. “Gelukkig” wordt die beslissing voor mij genomen. Het plan met villages kan niet doorgaan waardoor er besloten wordt om volledig achter gesloten deuren te gaan racen. Voor het eerst sinds 2008 ben ik er dus niet bij in Le Mans.

We gaan terug naar het najaar van 2007. Ik heb net mijn school afgemaakt en ben aan mijn eerste baan begonnen. Regelmatig bezoek ik met mijn vader races op Zandvoort en af en toe op Assen en Zolder in België. Sinds 1994 volg ik de Formule 1, ik ben een echte feiten-nerd en mijn grote held is Jos Verstappen. Deze grote held van mij heeft bekend gemaakt in 2008 aan de 24 uur van Le Mans mee te gaan doen. Als echte autosportfan ken ik Le Mans natuurlijk wel en op Eurosport heb ik wel eens stukjes van de race gezien. Maar om heel eerlijk te zijn kon ik mij niets voorstellen bij 24 uur lang een race volgen, en dat er zo’n festivalachtig evenement aan vast zat. Daar kwam ik eigenlijk pas achter toen ik mij wat meer in deze race ging verdiepen. Ik kwam uit op sites als www.beermountain.com en de gids voor Le Mans dummies van www.clubarnage.com

Samen met mijn vader besloot ik hier een vader-zoon uitje van te gaan maken. We zouden meteen voor het hele avontuur gaan en dus een week voor de race al aanwezig zijn. Helaas zaten de campings al behoorlijk vol waardoor we geen keuze meer hadden en automatisch op Beausejour terecht kwamen.

Toen het eenmaal juni 2008 was en we richting Le Mans vertrokken waren, moesten we eerst de ticketservice van de ACO op zoeken om onze tickets op te halen. Nadat we dat gedaan hadden konden we naar onze camping Beausejour vertrekken. We waren door de eerder genoemde sites en dummy guide al redelijk voorbereid, maar eenmaal ter plaatse bleek dit toch wel een hele andere camping te zijn dan we gewend zijn. Je kreeg op volgorde van binnenkomst een plekje toegewezen en zo kwam het dat wij naast een andere Nederlander werden gezet, Marc uit Utrecht. Marc was alleen en sloot al snel bij ons aan. Zo zijn wij een groot deel van de week samen opgetrokken.

Doordat wij zo vroeg in de week al aanwezig waren, zijn we de omgeving maar eens gaan verkennen en hebben we een rondje over het circuit gefietst. Toen we bij het einde van het stratencircuit kwamen dachten wij brutaal te zijn door langs de hekken op de weg het permanente circuit op te fietsen. En voor we het door hadden, stonden we op start/finish over de pitmuur de pitlane in te kijken hoe de teams zich aan het voorbereiden waren op de raceweek. Toen wij zagen dat de pitlane helemaal niet afgesloten was en we daar ook zonder problemen binnen konden komen om de auto’s, voorbereidingen en coureurs van dichtbij te bekijken waren wij helemaal verbaasd.

2008 bleek één van de natste en vooral koudste edities te zijn. Jos Verstappen was de held, reed in die koude natte nacht met zijn LMP2 Porsche de tijden van de fabrieks LMP1’s aan flarden en reed samen met Jeroen Bleekemolen en Peter van Merksteijn naar een 10e plaats overall en met 7 rondjes voorsprong op de nummer 2 naar de winst in de LMP2 klasse. Ik was koud tot op het bot en kon door de blaren op mijn voeten geen stap meer zetten. Maar ik was gegrepen door het virus. Eigenlijk zelfs 2, want behalve dat ik besmet werd met het Le Mans virus werd ik hier ook echt gegrepen door het fotografievirus.

In 2009 waren we dan ook terug in Le Mans. Dit keer niet meer op camping Beausejour, maar op Houx. Een camping die wat meer op een gewone camping lijkt en achter de paddock direct aan het Bugatti circuit ligt. Marc is er ook weer, die is ook besmet geraakt. En in 2010 zijn we ook weer terug, en in 2011 en zo gaat het door tot en met 2019.

Als je nog geen licht autistische trekjes hebt, krijg je die wel in Le Mans. Alles verloopt ieder jaar weer volgens een vast schema, zonder dat het ooit saai wordt. En daar doe ik nog eens een schepje bovenop.

De oorspronkelijke Le Mans week in juni was voor mij dan ook een hele pijnlijke. Ik wist bijna van minuut tot minuut nauwkeurig wat ik op dat moment gedaan zou hebben. Beginnend met op zondag het vertrek uit Gorinchem, rond de klok van 6 uur in de ochtend. 5 jaar achter elkaar stonden we binnen 15 minuten van elkaar tank en plaspauze bij hetzelfde tankstation tussen Lille en Parijs te houden. Later op de dag bij de Total pomp bij Chartres de volgende stop. Tussen 14:00-14:30 aankomst op Houx. Snel de caravan op zijn plek zetten en door naar de stad. Waar net de scrutineering is begonnen.

Vervolgens op maandagochtend naar de Carrefour supermarkt, boodschappen doen voor het eerste deel van de week. Aansluitend door naar de stad voor dag 2 van de scrutineering. Aan het einde van de dag naar de pitlane om rond te kijken bij de voorbereidingen van de teams en eventueel afgekeurde teams die hun auto’s klaar maken voor een herkeuring op dinsdag.

Op dinsdagochtend de traditionele groepsfoto van de coureurs op het rechte stuk, aansluitend wederom een middagje in de pitlane. Aan het eind van de middag de officiële handtekeningensessie. Met mijn fotoboek van vorig jaar onder mijn arm ga ik de teams langs om een handtekening te scoren. Met soms zulke leuke reacties dat ik niet veel later ineens in een pitbox sta om een auto van dichtbij te bekijken of een praatje met een coureur te maken.

Woensdagochtend is het rustig. Later die middag begint de eerste training, voor mij het moment voor een bezoek aan Mulsanne en Arnage. Vaak stopt deze training wat eerder door een rode vlag situatie. Gauw terug naar de camping om een hapje te eten en daarna voor de avondtraining terug naar het circuit.

Donderdag is een dag die sinds een aantal jaar wel anders is ingericht. Overdag is volledig voor het bijprogramma en in de avond de kwalificaties voor de 24 uur. Op vrijdag is het pitwalk en feest, Mad Friday. Alhoewel het de laatste jaren door allemaal politiecontroles niet meer zo mad is. De camping is inmiddels helemaal vol en de bbq’s roken flink en de alcohol vloeit rijkelijk. Aan het eind van de middag vertrekken we weer naar het centrum voor de stad, voor de rijdersparade. Na afloop schuiven we aan voor een etentje bij de Buffalo Grill.

Op zaterdag is het eindelijk raceday. Rond middernacht pak ik even een paar uurtjes slaap met Radio Le Mans op mijn koptelefoon tot de wekker om 5 uur weer gaat. Tijd om weer naar het circuit te gaan om rond de Dunlop brug op zonsopkomst te wachten. Na de finish praten we onder het genot van een drankje na over de race, eten een hapje en beginnen met inpakken. Op maandag vertrekken we weer terug naar Nederland.

En zo verliep deze week in juni 2020 in mijn gedachte ook weer, maar in werkelijkheid was ik gewoon thuis. Pas op de zaterdag veranderde er iets, er werd een virtuele 24 uur van Le Mans gereden. Hoewel ik zelf al 20 jaar simracer ben, kon dit mij toch niet echt boeien.

In september werd dan eindelijk de echte race gereden. Doordat het programma flink ingekort werd, klopte voor mijn gevoel de weekplanning niet meer en kon ik hier beter mee om gaan dan in juni. Voor het eerst in mijn leven heb ik de 24 uur dus op TV gekeken. Vol ergernis, want ook voor het eerst kreeg ik dus het Nederlandse commentaar mee en hoorde als feiten-nerd de onzin die daar verkocht werd.

Ik keek dan ook weer erg uit naar 2021. Eindelijk weer live erbij. Maar sinds vandaag begint toch de twijfel toe te slaan. Sebring was al vervangen voor een Europese ronde in Portimao. Vandaag rolde er een persbericht binnen dat zowel Portimao als Spa zonder publiek gereden gaat worden. Le Mans is de volgende race binnen het WEC, zou die dan wel met publiek gereden gaan worden? Ik hou zelf rekening met wederom een verplaatsing naar september. Als ik er maar weer bij mag zijn, want nog een jaar zonder Le Mans zie ik niet zitten.